De stad Amersfoort dankt zijn ontstaan en naam aan een doorwaadbare plaats of voorde en de rivier de Eem (vroeger: Amer). De Eem begint waar de Lunterse Beek en de Barneveld Beek, die water afvoerden uit de Gelderse Vallei bij elkaar kwamen in een laagte tussen de Amersfoorste Berg en het hoger gelegen gebied ten noorden van Amersfoort Hoogland. Bij die doorwaadbare plaats werd de Eem gekruist door handelsroutes die van Utrecht naar het oosten en noorden liepen. Amersfoort ligt op een vlakke plaats in de valleilaan de rand van de Utrechtse Heuvelrug. De stad heeft een middeleeuwse kern met grachten en wallen. De grachten werden behouden, maar de wallen werd voor een deel in de 19e eeuw afgebroken en vervangen door een park, singels en rondwegen. Vanaf 1870 breidde de stad zich sterk uit door de komst van de spoorwegen en een aantal kazernes. In 1980 kreeg de stad Groeistad-status, mede waardoor enkele omliggende gemeenten geheel of gedeeltelijk werden geannexeerd. Dit waren:
- Hoogland (1974)
- Leusden (1998)
- Nijkerk (1998)
- Hoevelaken
- Bunschoten (1998)